Case Cartouche - Cartouche is een Duitse Staande van 6 jaar die doorverwezen werd vanwege een snelgroeiend gezwel onder het oog. Er werd eerst een FNA (fijne naald aspiratie) gedaan van de tumor en op cytologie (dit doen we bij ons op de kliniek - Imagyst) bleek het om een kwaadaardige tumor te gaan. Een CT-scan werd uitgevoerd om de tumor volledig in beeld te kunnen brengen, metastasen uit te sluiten en vervolgens de operatie te kunnen voorbereiden. Een groot deel van de oogkas en bovenkaak werd verwijderd en gereconstrueerd met titanium platen. Het oog kon gespaard worden tijdens de ingreep. Het bot met de tumor werd volledig weggenomen wat toch wel wat voorzichtigheid met zich meebracht want de hoofdzenuw van de bovenkaak liep vlak door dit bot. Cartouche had na de operatie geen zenuwuitval.
Wat is een tumor?
Een tumor is een ‘knobbeltje’ of ‘groei’ van weefsel bestaande uit abnormale cellen. Tumoren zijn verdeeld in twee soorten: goedaardige en kwaadaardige.
Goedaardige tumoren
Deze kunnen zich in verschillende delen van het lichaam vormen zoals op de huid, in de hersenen, in het vetweefsel. Deze tumoren groeien langzaam, verspreiden zich niet en dringen geen andere weefsels binnen. Sommige goedaardige tumoren kunnen echter problemen veroorzaken omdat ze vrij groot kunnen worden waardoor ze drukken op het omgevende weefsel (zoals een goedaardige hersentumor, meningioom). Sommige goedaardige tumoren die groeien in weefsels waar hormonen wordt aangemaakt zorgen ervoor dat er te veel van de desbetreffende hormonen gevormd worden en daardoor ongewenste effecten geven (vb, feochromocytoom is een gezwel dat ontstaat in het merg van de bijnier).
Kwaadaardige tumoren (‘kanker’)
Deze tumoren groeien snel en gaan nabijgelegen weefsels en organen binnendringen en schade veroorzaken. De plek waar een tumor zich het eerst ontwikkelt, heet de primaire tumor. Kwaadaardige tumoren kunnen zich ook verspreiden naar andere delen van het lichaam (uitzaaien) om daar ‘secundaire’ tumoren (metastasen) te vormen. Deze secundaire tumoren kunnen dan ook weer groeien, nabijgelegen weefsels binnendringen en schade aanbrengen, en zich weer verder uitzaaien.
Uitzaaiing naar lymfevaten en lymfeklieren
Sommige kwaadaardige cellen kunnen in de lokale lymfevaten terechtkomen. Het lichaam bevat een netwerk van lymfevaten, die lymfe vervoeren, dit is de vloeistof die de lichaamscellen omgeeft. De lymfevaten voeren lymfe af naar de lymfeklieren. Er zijn veel lymfeklieren in het hele lichaam. Een kwaadaardige cel kan worden vervoerd naar een lymfeklier en daar vast komen te lopen. Van daaruit kan de kankercel vermenigvuldigen en uitgroeien tot een tumor. Hierdoor kunnen de lymfeklieren dicht bij een tumor groter worden en kankercellen bevatten.
Uitzaaiing naar andere plaatsen in het lichaam
Sommige kwaadaardige cellen kunnen in een klein lokaal bloedvat (capillair) terechtkomen. Zij kunnen dan via de bloedbaan naar andere delen van het lichaam worden vervoerd. De cellen kunnen zich daar vermenigvuldigen tot ‘secundaire’ tumoren (uitzaaiingen) in één of meer delen van het lichaam. Deze secundaire tumoren kunnen dan op hun beurt weer groeien, binnendringen in het nabijgelegen weefsel en daar schade aanbrengen, en zich weer verder uitzaaien.
