Na de diagnose te stellen is het belangrijk om te weten waaraan de patiënt allergisch is. Het stappenplan omvat steeds het gebruik van een anti vlo/teek product en bij een niet seizoensgebonden jeuk een eliminatiedieet gedurende een achttal weken. Indien het eliminatiedieet een verbetering lijkt te geven moet dit nog steeds geverifieerd worden met een ander dieet zodat het zeker is dat de verbetering het resultaat van de verandering in voeding is.
De meeste patiënten zijn eerder overgevoelig aan omgevingsallergenen dan aan voeding. Het testen hiervoor gebeurt door op zoek te gaan naar de aanwezigheid van verhoogde IgE antistoffen tegen omgevingsallergenen die zowel binnen-als buitenshuis aanwezig kunnen zijn.
Het opsporen van deze antistoffen kan via serumtesten of intradermale huidtesten. In beide gevallen moeten de klachten voldoende lang aanwezig zijn opdat het lichaam de tijd heeft gehad om antistoffen aan te maken. Er moet ook rekening gehouden worden met het gebruik van bepaalde medicatie die de aanmaak van deze antistoffen afremmen. Verder moet het moment van de test zorgvuldig gekozen worden aangezien antistoffen eiwitten zijn en na enige tijd afgebroken zullen worden in het lichaam.
Omdat serumtesten vrij eenvoudig uit te voeren zijn worden ze doorgaans als eerste test gekozen. Meestal zal een serumtest voldoende informatie geven om de patiënt verder te helpen. Soms is de test, ondanks dat de patiënt zeker allergisch is, toch negatief. In dat geval kan een intradermale huidtest nuttig zijn om de verantwoordelijke allergenen te identificeren.
Intradermale huidtesten worden bij ons onder een lichte sedatie uitgevoerd ter hoogte van de laterale borstwand. Er zijn slechts enkele sedativa die gebruikt kunnen worden aangezien de meeste de potentiële allergische reacties verminderen of volledig onderdrukken.
De vacht wordt ter hoogte van de laterale borstwand geschoren maar niet ontsmet. De allergenen worden vervolgens intradermaal geïnjecteerd en de reacties hierop worden na 20 minuten afgelezen. Als reacties verwachten we roodheid en zwelling van de huid ter hoogte van de injectie plaats. Er wordt steeds een negatieve en positieve controle gebruikt waarmee de reacties op elk geïnjecteerd allergeen worden vergeleken. Een resultaat wordt als positief beschouwd als het minstens de helft zo groot is als de positieve controle.
Voor zowel de serumtesten als de intradermale testen worden de resultaten altijd overlopen met de eigenaar zodat de relevante allergenen gekozen worden. Allergenen die als relevant worden beschouwd zijn de allergenen waarmee patiënten in hun dagelijks leven frequent mee in contact komen.
Op basis hiervan wordt er dan een desensibilisatie behandeling samengesteld en opgestart.